skills
"Efficiency: de snelste weg naar het verkeerde doel". Wat een heerlijk artikel (met veel voorbeelden) van Tim den Heijer. Dit verwoordt exáct het gevoel wat ik heb bij benaderingen als Lean Six Sigma: je kunt optimaliseren wat je wilt, maar je komt (juist daardoor) nooit tot de optimaal presterende organisatie.
Lean Six Sigma leidt tot sub optimalisatie. Streven naar efficiency is goed, maar voor daadwerkelijke verandering moet er iets aan de bestaande structuur/ het "operating system" (de manier van organiseren, overleggen ed.) veranderen.
Efficiency lijkt dé heilige graal. Maar - is efficiënter altijd beter? Productiviteit is een maatstaf voor de hoeveelheid (waarde/ product/ dienst - -) die wordt geleverd, per tijdseenheid. Productiviteit geeft de relatie tussen effectiviteit en efficiëntie. Effectief is "de juiste dingen doen" (doeltreffend/ het doel bereiken). Efficiënt is "de dingen juist doen", met de minst mogelijke inspanning/ middelen het (beste) resultaat bereiken. Alles wordt dus afgemeten aan dat doel - het resultaat. Daar zit 'm de kneep. Streef je naar continu verbeteren, dan laat je welzeker mogelijkheden liggen. Verbeteren is niet vernieuwen. En efficiënt wil niet zeggen effectief.
Tim den Heijer is een meester in het signaleren van mooie voorbeelden:
Er kan zelfs een positief effect uit gaan van zaken minder efficiënt maken?!
Dit alles heeft te maken met "het bromvlieg effect". Dit betreft de fameuze vlieg, die geschilderd is in urinoirs. Deze voorkomt dat er door de heren gespetterd wordt. Want ons brein heeft graag iets te doen! Richten in plaats van spetteren.
Zo wordt ons gedrag gestuurd door kleine dingen, waar je je niet eens bewust van bent.
We houden graag vol dat we heel rationeel bezig zijn.
Eva van den Broek
mede- auteur "Het bromvliegeffect"
Ons brein (en daarmee ons gedrag) is eenvoudig te sturen. Het brein is beperkt en probeert slim en efficiënt te opereren. Daartoe nemen onze hersenen het overgrote deel van de ca. 35000 beslissingen per dag op de automatische piloot. Met ons "zoogdierenbrein". Voor een mooi voorbeeld zie "bitterballen bij de borrel".
Eva van den Broek
mede- auteur "Het bromvliegeffect"
A3 is een formaat voor papier. Ter grootte van 2 A4’tjes, Dat zijn normale velletjes printpapier. Op zo’n A3 kun je een heel verbeterplan schrijven. De beknopte ruimte dwingt je om je te beperken tot de hoofdlijnen. Hoewel, je kunt hem ook weer afdrukken als A0 formaat (dat is een poster). Maar dan nog steeds is de ruimte beperkt.
Verbeteringen die je kunt oppakken met de A3 methodiek:
Een 7-stappenplan geeft structuur aan de inhoud van zo’n verbetervoorstel. Dit zijn de stappen van het zogenaamde “verbeterwiel”.
Op een A3: vind je aan de linkerzijde:
Aan deze eerste 4 stappen besteden we best veel tijd. Voór we naar de rechterzijde van het A3-papier gaan. Met
Binnen Royl FloraHolland - hub Naaldwijk hebben we in een jaar tijd aan de hand van dit verbeter stappenplan ruim 40 (!) problemen opgepakt/ aangepakt. Elk verbeterinitiatief wordt getrokken door een Team Manager of Proces Coördinator. Voorbeeld van zo'n uitgewerkt verbeterinitiatief vind je onderstaand.
Het is 18 januari als we bij "de bloemenveiling" hub Naaldwijk afdalen van de Galerie naar de kettingbaan naar de buffer van Klok 13. Daar zit in de kettingbaan een wat rare knik. En in die knik blijven stapelwagens staan – zodat ze tegen elkaar aan botsen en verderop in de buffer uit elkaar gehaald moeten worden. Di is zwaar werk, Zó zwaar dat eigenlijk niemand daar meer wil werken. Bovendien moeten de achterste stapelwagens opnieuw gescand worden, omdat ze in het systeem onbekend zijn.
Waárom toch botsen hier de stapelwagens tegen elkaar. Dat doen ze al 20 jaar. Oplossingen hebben we ook al wel verzonnen door zowel “pennenlichters” aan te brengen (opstoterblokjes waardoor de pen eventueel vrij valt) alsook een heuse “pennendrukker” (die drukt de pen weer in de ketting). Maar die helpen niet. Waar wij starten met de verwachting dat het 20 tot 30 keer in een week zou gebeuren, gebeurde het voór onze ogen 20 keer in een kwartier! Dit kán zo niet langer, hier moet iets aan gedaan worden, maar wat ?
Ter plekke wordt de TD gebeld. Rond de “wissel” zit een put, met daarop uiteraard een deksel. Dit deksel gaat (letterlijk en figuurlijk) van de put. Er gaat een wereld voor ons open. Waar wij nog dachten dat dit een kettingwissel was – blijkt het eén doorgaande ketting te zijn. De ketting is meer dan een kilometer lang, waardoor (op deze plek) een hulpmotor nodig is. En waar de ketting de kelder binnengaat, kan hij niet precies weer boven komen, vandaar die knik.
Maar waaróm dan blijft een stapelwagen hier precies staan? Is het de snelheid? Meestal botsen de stapelwagens als de veiling langzaam draait of zelfs stil staat. Of is het - het gewicht van de stapelwagens? Vooral zware stapelwagens met tuin en perkgoed tot aan coniferen toe, gaan langs klok 13.
Het is 4 februari voordat het verbeterteam van start gaat .de teammanager stelt een strakke planning voor, van 4 weken. Zodat we klaar zijn voordat het "groen seizoen" begint. Plan is dat de A3 verbetermethodiek ons gaat helpen. En om dat te testen - hebben we niet het meest gemakkelijke probleem uitgezocht. “Als dit lukt .. dan .. " waren historische woorden van de teammanager.
De methodiek van de A3 én het op de knieën aan de lijn liggen hebben ons geholpen om het probleem scherp te krijgen. Precies óp de “wissel heeft een stapelwagen niet genoeg snelheid, om het stukje “niemandsland” te overbruggen. Maár – hoe zit dat dan bij andere “wissels”? Waar dit probleem zich niet voordoet.
Op dus naar een andere wissel. In eerste instantie met een A4’tje (en later nauwkeuriger) gemeten hoe de afstanden hier nou precies in mekaar zitten. En wat blijkt? De afstand van de “pennenlichter” en de “wissel” was korter. Wat ervoor zorgt dat een stapelwagen precies in “de knik” dat extra duwtje krijgt. En omdat er maar aan eén zijde een “pennenlichter” zit, wordt hij ook nog eens de goede kant opgeduwd.
Eureka riep nog net niet de proces-coordinator. Dit kan hét ei van Columbus zijn. Dús zijn we gaan testen door een aantal centimeters aán “onze” pennenlichter te lassen. En hele diensten te meten (tellen) óf dit het verschil maakt. En dat deed het, maar nog niet “foutloos”.
Die mooie pennendrukker, die drukt de pen wel in de ketting, maar vertraagt de stapelwagens ook. Er af met dat ding .. en voila: het aantal stapelwagens tegen elkaar aan is gereduceerd van zo’n 10% naar zo'n 0,5%. Hadden we dít eerder geweten, dan hadden we dit eerder gedaan.
Op naar een volgende A3. Nadat we natuurlijk taart hebben gegeten.
"Ouwerwets" probleemoplossend denken gaat uit van de "snelste weg":
Desingthinking is een andere manier van denken. Meer mensgericht, minder analytisch. Het draait hierbij van begin af aan om de beleving van de klant/ de eindgebruiker.
Dat ziet er dan als volgt uit:
Design Thinking kent zijn oorsprong in de jaren zestig en is doorontwikkeld als aanpak om op creatieve wijze tot werkelijk innovatieve oplossingen te komen voor complexe vraagstukken. Groot verschil met de "oude" benadering is de aandacht voor de mens/ de eindgebruiker. In plaats van als een "computer" te werk te gaan, het probleem "te fileren" om vervolgens middels een aantal (logische stappen) tot het doel te geraken.
De Winst van design-thinking zit hem vooral in de eerste/ tweede fase - wát is het probleem. Vergeet jouw aannames en vooroordelen, sta open voor de klant/ gebruiker. Is het probleem eenmaal goed verwoord (vanuit oogpunt van de eindgebruiker), dan volgt de rest nog steeds "als vanzelf".
Dank Quint Oosterwijk, in een workshop voor WerkenVoorElkaar.
WAT KAN IK VOOR JOU BETEKENEN
Ik help (afdelings) managers en teams in productie, logististiek, dienstverlening of non-profit.
Met het realiseren van Zelforganisatie.
Met als resultaat: meer betrokkenheid, lager verzuim, verantwoordelijkheid en een beter resultaat.