Zelforganisatie

op een basisschool

Dit artikel is nagenoeg integraal overgenomen van
- Zelforganiserende teams maken leerlingen beter, Stijn Govaerts, Klasse, 5 juni 2018
Ik werd daarop geattendeerd door:
- Wat bezielt ons?, Blog van Lenette Schuijt
Het stuk is in volgorde wat  aangepast - om het beter te kunnen (be)grijpen.

School-organisatie

Directeur Tom (36) en kleuterjuf Lesley (42) van basisschool De Kleine Prins in Diest maken hun leerlingen beter dankzij de zelforganiserende teams. Het schoolteam bestaat uit vijf communities, dat zijn de Belgische graden van vroeger. Binnen een community organiseren de leraren álles zelf, bijvoorbeeld op het vlak van administratie, financiën en organisatie.

Binnen een community zijn er nesten (teams) van homogene leeftijdsgroepen (2 klassen).  In elk nest zijn 2 tot 3 leerkrachten (2,5 voltijds) die gezamenlijk alle taken en verantwoordelijkheden dragen. De docenten bewaken onderling de taakverdeling, zodanig dat iedereen doet wat hij of zij graag doet en iemands kwaliteiten worden versterkt. De leerkrachten hier kunnen niet simpelweg hun lessen draaien en uitvoeren wat de directeur vraagt. Leraren organiseren hun werk zelf. Dan groeien ze als team, nemen ze verantwoordelijkheid en maken ze snelheid.” Zo komt er niet langer een zorgleraar op bezoek in de klas, het team draagt gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de zorgtaken binnen hun nest.

Lesley: “De relatie tussen de leraar en de leerling is belangrijk binnen onze visie. Want zonder relatie is er geen leerprestatie. We lopen twee jaar mee met onze leerlingen binnen onze community. Daardoor kennen we onze leerlingen goed en kunnen we ze optimaal begeleiden richting zorg, leerdoelen en eindtermen. De leerlingen moeten zich tijdens hun lagere schoolcarrière maar 5 keer aanpassen aan de aanpak en structuur van het lerarenteam. Je kan na een vakantie meteen weer aan de slag met een klas die je door en door kent.”


Tom: “We willen dat leerlingen zichzelf hier leren organiseren en sturen. Dan is het normaal dat leraren dat voorleven. Practice what you preach. Onze leraren overleggen en komen tot een basisidee. Er komt nog een leraar bij en dan denken ze samen verder na of werken nieuwe initiatieven uit. Je hoeft niet alles alleen te dragen.”



Visie

Alles staat of valt binnen de gemeenschappelijke visie. Die visie bestaat uit vijf pijlers. De principes zijn voor iedereen dezelfde:

  • betrokkenheid,
  • welbevinden,
  • eigenaarschap,
  • contextrijk leren, en
  • talent en talentontwikkeling.

"We willen betrokken bezig zijn. Daarnaast willen we hun welbevinden bevorderen, want welbevinden is samen met betrokkenheid de basis om te leren. De leerling leert hoe hij eigenaar wordt van zijn eigen leerproces. Onze lessen vertrekken zo vaak mogelijk vanuit de leefwereld van de leerling. En we zien in elk kind talent en geloven dat we samen dat talent kunnen ontwikkelen.” Elke leerling doorloopt op eigen ritme het leerplan.


Tom: “Je werk vertrekt constant vanuit de algemene visie. Dat is transparant en duidelijk voor iedereen. Er is ruimte voor initiatief en om je verantwoordelijkheid op te nemen op een basis van vertrouwen. Je maakt daardoor als team enorme snelheid. "

Eén vraag is heilig: de waarom vraag. We doen niet zomaar iets omdat we dat altijd al zo deden. Sam de verkeersslang? Past die binnen onze visie? In de rij gaan staan voor we binnen gaan? We durven alles in vraag stellen. En we gebruiken onze visie als toetssteen. Zo behouden we continue een kritische blik op onze werking.”

Leiderschap

Zelforganisatie vraagt om een andere vorm van leiderschap. 
Lesley: “Tom is de kaderbewaker. Hij coacht als het moet, zodat we binnen onze visie blijven. We houden rekening met wat hij zegt. Maar we moeten zijn advies niet altijd volgen. Hij is geen alleenheerser. Als het team aan hem vraagt om uiteindelijk toch knopen door te hakken, dan doet hij dat.”

Lesley: “De persoonlijkheid van je directeur is ook belangrijk om dit project op de rails te krijgen. Tom is als leider een sterke architect, groeimotor, aansteker en netwerker. Hij kan op een hele korte tijd een organisatie in goeie banen leiden."


"Vroeger ging de grootste klager naar de directeur en die moest het maar oplossen. Dat werkt niet, is zelfs contraproductief. De andere heeft niks geleerd. Persoonlijke groei voor de leraar is belangrijk. Soms is dat een proces dat tijd nodig heeft. Maar je staat er hier nooit alleen voor.”


Tom: “Ik geef verantwoordelijkheid, leraren en ouders nemen ze op. Ik laat leraren niet los maar pak ze wel anders vast. Ik ben van alles wat hier gebeurt op de hoogte. Trek ik me alles tegelijk aan? Nee. Merk ik iets dat mijn aandacht nodig heeft? Dan ga ik eerste alle info halen. En ik kom tussenbeide als het nodig is."


Lay-out

De nieuwe structuur vergde een ingrijpende verandering van het schoolgebouw. Alle muren zijn weggehaald tussen de gescheiden klaslokalen. De lokalen zijn vervangen door open ruimtes waar twee of drie leerkrachten lesgeven en begeleiden.

Op de begane grond zijn de nesten voor de kleuters, met zachte en natuurlijke kleuren, zodat de ruimtes rust uitstralen. Ze zijn niet volgestouwd met speelgoed of behangen met tekenfilmfiguren. De kleuters kunnen af en toe een luchtje scheppen in een afgebakend stukje van de speelplaats.

Op de eerste en tweede verdieping van De Kleine Prins bevinden zich de overige kinderen. In elk nest zijn eilandjes gebouwd van tafels waar vier of zes leerlingen kunnen werken. Elk nest heeft bovendien een houten tribune die kan dienen als podium voor voordrachten of groepsgesprekken. Daarnaast is in elk nest een afgesloten instructieklasje waar op de klassieke manier les gegeven kan worden aan groepjes die er behoefte nood aan hebben. Voor leerlingen die liever alleen studeren of lezen, is er een aparte hoek.

Wat maakt het anders

Lesley: “Soms zijn dat kleine ingrepen die toch een grote impact hebben. bijvoorbeeld - we willen graag krukjes die we flexibel kunnen inzetten als werkinstrument. We bekijken dat zelf qua budget, en zoeken zelf naar bruikbare modellen. Eén van onze leraren wil die krukjes ook gebruiken in de gang. Tom adviseert ons dan rond brandveiligheid en de voldoende vrije doorgang die we moeten behouden. En die richtlijnen nemen we mee.
Resultaat? Onze klassen zijn ineens een stuk groter omdat we gebruik maken van de ruimte in de gangen als individuele werkruimtes, leeshoeken enzovoort. En we zijn ondertussen in orde met de brandveiligheid (lacht).”


Tom: “Ik leg bijna niets meer op. Daardoor organiseren we deze school op een warme manier. En dus organiseren we ze ook beter. De organisatie verschilt van nest tot nest. Maar overal heb je dat gezinsgevoel, dat thuisgevoel. Iedereen neemt zijn verantwoordelijkheid.


Lesley: “Alle taken en verantwoordelijkheden (binnen een nest) dragen we samen met 3 leraren. We bewaken van mekaar dat we doen wat we graag doen en dat we elkaar versterken. Daardoor verhogen we de kwaliteit van wat we in de klas brengen. Onze leerlingen gaan volledig op in hun activiteiten. En wijzelf als leraren zitten ook mee in die flow.”


"Wat straf is? Wij zijn nog steeds dezelfde mensen als vroeger, ook al zijn de processen anders. Hoe het komt dat deze school zo bruist? Omdat de juiste mensen op de juiste plaats staan binnen het juiste kader.”


Lesley: “Ik ben niet langer de zorgleraar die op bezoek komt in de klas," Zorg en SES zijn geen afzonderlijke leraren meer. Nb. SES staat voor Socio Economische Status van een leerling. Die extra ondersteuning mogelijk maakt. De zorg juf kennen wij in als zorg coördinator.  Iedereen neemt de Zorg- en SES-rol voor een stuk op. We dragen met ons team die functie de hele dag voor ons nest.

Overleg

Lesley: “Vroeger zaten we in werkgroepen omdat we verplicht waren. Volgens je aantal uren een recht evenredig aantal werkgroepen. Vanaf dit schooljaar hebben we beslist dit los te laten. Iedereen die zich wil engageren kiest nu voor een of meerdere missies waardoor we aan de slag gaan met veel energie en engagement. Iedereen draagt zo op zijn eigen manier zijn steentje bij en toch staat niemand hier werkloos aan de zijlijn." "Leraren werken of met hun volle goesting aan een project of werkgroep, óf helemaal niet.”

Tom: “En dan heb je die beruchte vergadercultuur. Ik wil zo efficiënt en kort mogelijk vergaderen. Elk nest stuurt een afgevaardigde naar de personeelsvergadering. Gevolg? Wie niet aanwezig was op de vergadering komt agendapunten die op hem of haar betrekking hebben wel te weten via die afgevaardigde. En als er extra feedback nodig is, dan hoor ik het wel. De gulden regel: als je het wil weten, ga je dan bevragen. Stel je voor dat je met z’n allen 2 uur vergadert terwijl de helft van de vergadering niet voor jou van toepassing is. Zou zonde van de tijd zijn, toch?”


“Door die nieuwe vergaderstijl halen we de planlast naar beneden. Tijdens onze personeelsvergadering is het tegelijkertijd community-overleg. Daarin bepalen de leraren zelf waar ze aan werken. Soms leggen ze de agenda voor de komende weken vast of werken ze aan de organisatie van het klasrestaurant, regelen ze een verhuis of houden ze leerlingenoverleg. Zo sparen ze 2 uur tijd uit.”


Tom: “Bij doorgedreven reorganisaties is het gevaarlijk dat knopen lang blijven zitten omdat we er als team niet uit geraken. Ik zie erop toe hoe we samenwerken. Als we te lang naar elkaar blijven kijken zonder te beslissen, dan neem ik de verantwoordelijkheid wel. Maar ik luister altijd eerst goed naar iedereen.”


Tom: “Wij beslissen graag samen met ouders. Daarom organiseren we naast het oudercomité ook nog een kroonraad. Dat is een adviesgroep van afgevaardigde ouders uit alle nesten. Die laten we bijvoorbeeld reflecteren over hoe wij onze oudercontacten organiseren. Zo behouden we een brede blik en betrekken we de ouders bij ons pedagogische beleid.

Transitie

Tom: “Op 1 september 2018 stapten we in de nieuwe structuur. We hebben iedereen de tijd gegeven om mee te doen, iedereen mocht kiezen, ze hebben zichzelf de druk opgelegd en samen de stap gezet om te starten in de nieuwe structuur, maar het vergt tijd om iedereen zijn plek te laten zoeken. Ook bij de leerlingen merkten we dat ze gewoon waren om te doen wat we hun opdroegen. Dat moet je tijd geven.”


"Ik voerde tegelijk individuele gesprekken om afspraken te maken, met sommige zelfs meerdere keren. Zo heb je bijvoorbeeld mensen die zorg als privilege zien. En als je die zorguren plots aan alle leraren toevertrouwt, dan moeten die mensen dat gewoon worden. Ik maakte hen duidelijk: dit is geen degradatie. Integendeel. Jij hebt expertise. Zet die in voor je team. Zo versterk je je team en zet je je talent maximaal in.”


Lesley: “De eerste weken van onze nieuwe structuur stonden we geregeld aan het bureau van Tom, om zijn goedkeuring te vragen. We moesten echt leren om onafhankelijk te werken. Na een tijdje verliep dat beter. Tom heeft nu trouwens geen vast bureau meer op school.

"Door deze manier van werken vullen de leerkrachten elkaar aan in de klas. En dat versterkt de kwaliteit van het onderwijs. De leerlingen presteren beter doordat de teams op elkaar ingespeeld zijn en zelf beslissingen kunnen nemen.


Tom: “Let op, eerst botst dat. Je moet de tijd nemen om je collega’s te leren kennen, en voor een stuk jezelf als leraar opnieuw leren kennen. Zo ontdek je nieuwe talenten. Je zit tijdelijk even buiten je comfortzone. Dat veilige gevoel, waarin je enkel uitvoert en waarin je vastgeroest zit, moet je verlaten voor het nieuwe. Na een tijdje merk je dat je elkaar aanvult in de klas. Daarna kan je nooit meer anders werken.”

Samen gevat

Zelforganisatie op een basisschool. Wat een mooie leer-case! Leerpunten:

  • structuur
    • Communities van leraren, conform de Belgische "graden.
      Een Community regelt alles zelf (administratie, financiën, organisatie, - -)
    • binnen een Community "nesten" van homogene leeftijdsgroepen - over 2 klassen (waardoor minder wissels) met 2 tot 3 leerkrachten
    • alle taken en verantwoordelijkheden binnen een nest worden met 2 -3 leraren gedragen
    • zorg- en SES (Socio Economische Status) taken zijn integraal onderdeel van het takenpakket, geen aparte juf

  • de lay-out
    • muren zijn weggehaald, lokalen zijn vervangen door open ruimtes
    • er is ruimte! - ook de gangen worden benut
    • elke nest heeft tafels van 4 - 6 leerlingen, een houten tribune, stil-lees hoekjes en een afgesloten instructie klasje

  • gemeenschappelijke gedragen visie:
    • betrokkenheid, welbevinden, eigenaarschap, contextrijk leren en talent en talent ontwikkeling
    • we durven álles in vraag stellen (bijv.. rijen voor een klas binnen te gaan?, gebruiken onze visie als toetssteen

  • overleg
    • vroeger zaten we in werkgroepen omdat we verplicht waren
    • leraren werken óf met goesting aan een project of werkgroep óf helemaal niet
    • zo efficiënt en kort mogelijk vergaderen, we halen de planlast naar beneden

  • leiderschap:
    • directeur is als leider een sterke architect, groeimotor, aansteker en netwerker

  • transitie
    • het vergt tijd iedereen zijn plek te laten zoeken
    • je moet de tijd nemen om je collega's te leren kenen en voor een stuk jezelf. je zit tijdelijk even buiten je comfort zone
    • ook bij de leerlingen merkten we dat ze gewoon waren om te doen wat we hun opdroegen

De leerlingen presteren beter, doordat de teams op elkaar ingespeeld zijn en zelf beslissingen kunnen nemen.

LATEN WE SAMENWERKEN


Ik help (afdelings) managers en teams in productie, logististiek, dienstverlening of non-profit.

Met het realiseren van Zelforganisatie.

Met als resultaat: meer betrokkenheid, lager verzuim, verantwoordelijkheid en een beter resultaat.